Wat krijgt U hier te weten?
Op deze pagina kunt U lezen, hoe mijn website aansluit op: de beginsituatie, kerndoel 56 leerlijn B, het vakconcept, de vakdidactiek en de leerlijn beschouwen.
U leest de beginsituatie: hoe zijn de kinderen ontwikkelt op het gebied van kunst en kunst beschouwen. Ook leest U hoe er gewerkt is om de kinderen de competentie van het kunstbeschouwen te laten ontwikkelen. Door middel van de informatie pagina's en de opdrachten leren de kinderen spelenderwijs om kunst te beschouwen. Ze zijn interactief bezig met kunstbeschouwen.
De leerlingen hebben een stappenplan en werkblad gekregen om mee aan de slag te gaan. Om deze te bekijken klikt U op de volgende knop:
U leest de beginsituatie: hoe zijn de kinderen ontwikkelt op het gebied van kunst en kunst beschouwen. Ook leest U hoe er gewerkt is om de kinderen de competentie van het kunstbeschouwen te laten ontwikkelen. Door middel van de informatie pagina's en de opdrachten leren de kinderen spelenderwijs om kunst te beschouwen. Ze zijn interactief bezig met kunstbeschouwen.
De leerlingen hebben een stappenplan en werkblad gekregen om mee aan de slag te gaan. Om deze te bekijken klikt U op de volgende knop:
Beginsituatie
Mijn stageschool is: OBS 't Smelleken in Valkenswaard. De groep waarin ik sta is groep 7.
Toen ik aan mijn kinderen in de klas vroeg wat ze al wisten van kust, kwamen er vele antwoorden als: 'Kunst is saai' of 'Kunst bestaat uit beelden en schilderijen.'
De mening van de kinderen bleef dus erg abstract. Op deze voorkennis ben ik een digitaal leermiddel op gaan stellen: een website over abstracte kunst.
Omdat de kinderen al wel ooit op internet hebben gezeten weten ze hoe ze zich op het internet moeten navigeren. Toch krijgen ze, omdat er een aantal zwakkere leerling in de klas zitten, een stappenplan die ze kunnen volgen zodat het dan een stuk makkelijker is.
De kinderen wist ook niet wat primaire kleuren zijn, dit heb ik dus uitgelegd in mijn website zodat de kunstwerken van Piet Mondriaan duidelijker zouden worden. Het begrip hadden ze nodig om de verdere kunst van hem te begrijpen.
De kinderen kennen de begrippen 'herhaling en ritme' uit andere zaakvakken. Bijvoorbeeld muziek, waarbij in een liedje een bepaald ritme en een bepaalde herhaling voorkomt. Ik leg de kinderen deze begrippen uit op het gebied van beeldende vorming.
De kinderen zijn door het maken van de opdrachten van deze website bezig met kunstbeschouwen. Dit doen ze onbewust maar zo zorg ik ervoor dat ik bij hun beginsituatie: 'Kunst is saai en zijn alleen beelden en schilderijen', aansluit. Ook zorg ik ervoor dat ze een leuke ervaring met kunst beschouwen krijgen, zodat ze het vanuit een andere hoek dan: 'Kunst is saai' naar kunst gaan kijken.
Toen ik aan mijn kinderen in de klas vroeg wat ze al wisten van kust, kwamen er vele antwoorden als: 'Kunst is saai' of 'Kunst bestaat uit beelden en schilderijen.'
De mening van de kinderen bleef dus erg abstract. Op deze voorkennis ben ik een digitaal leermiddel op gaan stellen: een website over abstracte kunst.
Omdat de kinderen al wel ooit op internet hebben gezeten weten ze hoe ze zich op het internet moeten navigeren. Toch krijgen ze, omdat er een aantal zwakkere leerling in de klas zitten, een stappenplan die ze kunnen volgen zodat het dan een stuk makkelijker is.
De kinderen wist ook niet wat primaire kleuren zijn, dit heb ik dus uitgelegd in mijn website zodat de kunstwerken van Piet Mondriaan duidelijker zouden worden. Het begrip hadden ze nodig om de verdere kunst van hem te begrijpen.
De kinderen kennen de begrippen 'herhaling en ritme' uit andere zaakvakken. Bijvoorbeeld muziek, waarbij in een liedje een bepaald ritme en een bepaalde herhaling voorkomt. Ik leg de kinderen deze begrippen uit op het gebied van beeldende vorming.
De kinderen zijn door het maken van de opdrachten van deze website bezig met kunstbeschouwen. Dit doen ze onbewust maar zo zorg ik ervoor dat ik bij hun beginsituatie: 'Kunst is saai en zijn alleen beelden en schilderijen', aansluit. Ook zorg ik ervoor dat ze een leuke ervaring met kunst beschouwen krijgen, zodat ze het vanuit een andere hoek dan: 'Kunst is saai' naar kunst gaan kijken.
Kerndoel 56, leerlijn B
Mijn website sluit aan op leerlijn B uit kerndoel 56.
Dat blijkt uit:
Bij het maken van de opdrachten moeten de kinderen hun eigen kijk op de kunst vertellen. De leerlingen kijken naar een kunstwerk en vertellen wat ze erin zien en wat ze erbij voelen. Op deze manier beschouwen ze het op hun eigen manier: ze geven er een eigen beoordeling aan.
Ook zien ze de kunst vanuit de ogen van de kunstenaar. Wie schilderde wat en waarom? Dat kunnen ze op de pagina's over de kunstenaars lezen.
Ook sluit het aan het kerndoel aan, omdat de leerlingen leren over verschillende kunstenaars. Ze leren over kunstenaars die schilderen en kunstenaars die beelden maken. De leerlingen leren dat met beide vormen de kunstenaar iets uit kan drukken. De kunstwerken zeggen allemaal iets over zichzelf en de kinderen leren dat erin te zien.
Doordat de kinderen informatie lezen over drie verschillende kunstenaars, zien ze drie verschillende werkwijzen binnen dezelfde kunststroming. Een aspect uit het kerndoel is ook dat de kinderen verschillende werkwijzen zien. In deze website is dat, door het zien van het werk van Karel Appel; Piet Mondriaan en Paul Klee het geval. Alle drie schilderen ze abstract, maar wel alle drie op hun eigen manier.
Ook zegt leerlijn B, dat de kinderen het kunstwerk vanuit het perspectief van zichzelf en vanuit het perspectief van de kunstenaar kunnen zien. Doordat ik een schilderij van Paul Klee en een schilderij van Karel Appel in de opdrachten terug laat komen, zien ze het vanuit deze twee perspectieven. Als eerst bij de uitleg over de kunstenaars, daar zien ze de schilderijen vanuit hun perspectief, en vervolgens bij de opdrachten gaan ze het vanuit zichzelf bekijken. Daarop sluit deze website dus ook aan.
Dat blijkt uit:
Bij het maken van de opdrachten moeten de kinderen hun eigen kijk op de kunst vertellen. De leerlingen kijken naar een kunstwerk en vertellen wat ze erin zien en wat ze erbij voelen. Op deze manier beschouwen ze het op hun eigen manier: ze geven er een eigen beoordeling aan.
Ook zien ze de kunst vanuit de ogen van de kunstenaar. Wie schilderde wat en waarom? Dat kunnen ze op de pagina's over de kunstenaars lezen.
Ook sluit het aan het kerndoel aan, omdat de leerlingen leren over verschillende kunstenaars. Ze leren over kunstenaars die schilderen en kunstenaars die beelden maken. De leerlingen leren dat met beide vormen de kunstenaar iets uit kan drukken. De kunstwerken zeggen allemaal iets over zichzelf en de kinderen leren dat erin te zien.
Doordat de kinderen informatie lezen over drie verschillende kunstenaars, zien ze drie verschillende werkwijzen binnen dezelfde kunststroming. Een aspect uit het kerndoel is ook dat de kinderen verschillende werkwijzen zien. In deze website is dat, door het zien van het werk van Karel Appel; Piet Mondriaan en Paul Klee het geval. Alle drie schilderen ze abstract, maar wel alle drie op hun eigen manier.
Ook zegt leerlijn B, dat de kinderen het kunstwerk vanuit het perspectief van zichzelf en vanuit het perspectief van de kunstenaar kunnen zien. Doordat ik een schilderij van Paul Klee en een schilderij van Karel Appel in de opdrachten terug laat komen, zien ze het vanuit deze twee perspectieven. Als eerst bij de uitleg over de kunstenaars, daar zien ze de schilderijen vanuit hun perspectief, en vervolgens bij de opdrachten gaan ze het vanuit zichzelf bekijken. Daarop sluit deze website dus ook aan.
Vakconcept
Het aanleren en vergroten van de beeldvaardigheid:
Ik moest met dit leermiddel ervoor zorgen dat de kinderen beeldvaardiger werden. Dit houdt in dat kinderen kritisch gaan kijken naar beelden, kinderen de beelden kunnen vergelijken, dat ze de taal van een beeld snappen (dus dat het een verhaal verteld en hoe het in elkaar zit) en de kinderen moeten beelden leren lezen en schrijven. Ze moeten er dus iets uit gaan begrijpen.
Op mijn site, krijgen de kinderen eerst een uitleg over wat beeldende kunst is. Ze lieren hier hoe je er naar kunt kijken. Door drie verschillende kunstenaars te bespreken leren de kinderen op drie verschillende manieren naar de kunst te kijken en leren ze ook dat elke kunstenaar zijn eigen verhaal verteld en zijn eigen stijl heeft.
De kinderen kunnen de stijlen daardoor ook met elkaar vergelijken: ze zijn alle drie anders, maar toch abstract. Hoe kan dat dan? Paul Klee is van het schilderen met de dikke zwarte lijnen, Karel Appel van het schilderen binnen een thema en Piet Mondriaan juist weer van de primaire kleuren.
In mijn opdrachten staan ook vragen als: 'Vind je het een mooi schilderij?' en 'Wat zou je willen veranderen?' Op die manier laat je de kinderen ook kritisch naar de kunstwerken kijken, wat vind je mooi en wat niet?
Na het lezen van de site en het maken van de opdrachten, ervaren de kinderen dat elk kunstwerk een verhaal verteld en dat ze er ook iets in zien. Dit maakt de kinderen beeldvaardiger. Al deze aspecten zie je dus terugkomen in mijn site.
Het vergroten van cultuurbegrip
Dit begrip hangt nauw samen met kerndoel 56. Het vergroot de wereld vanuit een cultureel perspectief: het laat de kinderen weer anders tegen dingen aankijken. De kinderen krijgen ook zicht, wat ook al een beetje bij het vorige puntje stond, op de context. Wat een kunstwerk je verteld. Ook ontwikkelen de kinderen met cultuurbegrip een begrip en waardering voor de maker van het kunstwerk.
Om dit laatste terug te zien, heb ik een opdracht erin zitten waarbij de kinderen het beeld of schilderij een waardering geven. Ze verantwoorden ook waarom ze dat punt geven: ze waarderen de eigenheid van de schilder. Of ze het dan mooi vinden of niet dat is verschillend, maar zo zien de kinderen de eigenheid van een schilder toch terug en kunnen ze deze waarderen.
De kinderen waarderen en oordelen over de kunstwerken: wat zie je terug, hoe zie je dat terug?
De kinderen raken op deze manier geïnspireerd door de kunstwerken en ze gaan het vaak zelf leuk vinden.
Dit begrip is erg belangrijk om de: 'Kunst is saai', beginsituatie bij mijn leerlingen weg te halen.
Ik moest met dit leermiddel ervoor zorgen dat de kinderen beeldvaardiger werden. Dit houdt in dat kinderen kritisch gaan kijken naar beelden, kinderen de beelden kunnen vergelijken, dat ze de taal van een beeld snappen (dus dat het een verhaal verteld en hoe het in elkaar zit) en de kinderen moeten beelden leren lezen en schrijven. Ze moeten er dus iets uit gaan begrijpen.
Op mijn site, krijgen de kinderen eerst een uitleg over wat beeldende kunst is. Ze lieren hier hoe je er naar kunt kijken. Door drie verschillende kunstenaars te bespreken leren de kinderen op drie verschillende manieren naar de kunst te kijken en leren ze ook dat elke kunstenaar zijn eigen verhaal verteld en zijn eigen stijl heeft.
De kinderen kunnen de stijlen daardoor ook met elkaar vergelijken: ze zijn alle drie anders, maar toch abstract. Hoe kan dat dan? Paul Klee is van het schilderen met de dikke zwarte lijnen, Karel Appel van het schilderen binnen een thema en Piet Mondriaan juist weer van de primaire kleuren.
In mijn opdrachten staan ook vragen als: 'Vind je het een mooi schilderij?' en 'Wat zou je willen veranderen?' Op die manier laat je de kinderen ook kritisch naar de kunstwerken kijken, wat vind je mooi en wat niet?
Na het lezen van de site en het maken van de opdrachten, ervaren de kinderen dat elk kunstwerk een verhaal verteld en dat ze er ook iets in zien. Dit maakt de kinderen beeldvaardiger. Al deze aspecten zie je dus terugkomen in mijn site.
Het vergroten van cultuurbegrip
Dit begrip hangt nauw samen met kerndoel 56. Het vergroot de wereld vanuit een cultureel perspectief: het laat de kinderen weer anders tegen dingen aankijken. De kinderen krijgen ook zicht, wat ook al een beetje bij het vorige puntje stond, op de context. Wat een kunstwerk je verteld. Ook ontwikkelen de kinderen met cultuurbegrip een begrip en waardering voor de maker van het kunstwerk.
Om dit laatste terug te zien, heb ik een opdracht erin zitten waarbij de kinderen het beeld of schilderij een waardering geven. Ze verantwoorden ook waarom ze dat punt geven: ze waarderen de eigenheid van de schilder. Of ze het dan mooi vinden of niet dat is verschillend, maar zo zien de kinderen de eigenheid van een schilder toch terug en kunnen ze deze waarderen.
De kinderen waarderen en oordelen over de kunstwerken: wat zie je terug, hoe zie je dat terug?
De kinderen raken op deze manier geïnspireerd door de kunstwerken en ze gaan het vaak zelf leuk vinden.
Dit begrip is erg belangrijk om de: 'Kunst is saai', beginsituatie bij mijn leerlingen weg te halen.
Evaluatie
Ik vond dit een erg leuke opdracht om te maken. Niet alleen maakte ik dit leermiddel voor de kinderen, ook mijn eigen kunnen en weten over abstracte kunst kreeg weer een hoger level!
Ik heb de leerlingen ook in mijn stageweek aan de website laten werken, omdat ik zeer benieuwd naar hun mening was.
Mijn les verliep als volgt:
Ze kregen een klassikale uitleg over wat ze gingen doen en kregen daarbij het stappenplan te zien. Toen de leerlingen deze doorgelezen hadden, heb ik gekeken of er dingen waren die ze nog niet snapten. Hierop heb ik kort geantwoord en daarna zijn de kinderen steeds met zes tegelijk, ik had helaas niet meer computers tot mijn beschikking, aan de computer gegaan.
Gaandeweg kwam ik erachter dat de kinderen de tijd die ik gekregen had, 35 minuten, te kort vonden. Ze kregen de site niet af. Zelf vond ik deze tijd ook erg kort, maar we hadden geen andere keuze meer. Wel zijn er erg veel reacties op de site gegeven, enkele zijn terug te vinden onder het kopje: 'Reacties van de leerlingen'.
Over het algemeen was ik erg tevreden hoe het verlopen was en de kinderen wisten aan het eind de abstracte kunst goed te beoordelen. Het was een geslaagde les dus!
Wat zou ik eventueel veranderen als ik de website nog een keer zou maken?:
Ik vind het zonde om mijn website nog te veranderen. Ik wil hem immers laten zien zoals de kinderen hem ook gemaakt hebben.
Wat ik eventueel de volgende keer anders zou doen, is de informatie meer spelenderwijs aan te bieden. Dit vermindert ook het leeswerk voor de kinderen en dat geeft dan een vrijwillig gevoel: ik hoef het niet te lezen, het mag.
Ik had dan bijvoorbeeld kort de schilders uit kunnen leggen en daarna de kinderen de juiste kunstwerken bij de juiste schilder kunnen laten zoeken. Daaronder stond dan, voor degene die willen, nog extra informatie. Het is dan geen moet.
Daardoor gaan de kinderen wat soepeler door de stof. Ze vonden dit niet slecht, maar misschien was dat weer iets leuker geweest!
Ik heb de leerlingen ook in mijn stageweek aan de website laten werken, omdat ik zeer benieuwd naar hun mening was.
Mijn les verliep als volgt:
Ze kregen een klassikale uitleg over wat ze gingen doen en kregen daarbij het stappenplan te zien. Toen de leerlingen deze doorgelezen hadden, heb ik gekeken of er dingen waren die ze nog niet snapten. Hierop heb ik kort geantwoord en daarna zijn de kinderen steeds met zes tegelijk, ik had helaas niet meer computers tot mijn beschikking, aan de computer gegaan.
Gaandeweg kwam ik erachter dat de kinderen de tijd die ik gekregen had, 35 minuten, te kort vonden. Ze kregen de site niet af. Zelf vond ik deze tijd ook erg kort, maar we hadden geen andere keuze meer. Wel zijn er erg veel reacties op de site gegeven, enkele zijn terug te vinden onder het kopje: 'Reacties van de leerlingen'.
Over het algemeen was ik erg tevreden hoe het verlopen was en de kinderen wisten aan het eind de abstracte kunst goed te beoordelen. Het was een geslaagde les dus!
Wat zou ik eventueel veranderen als ik de website nog een keer zou maken?:
Ik vind het zonde om mijn website nog te veranderen. Ik wil hem immers laten zien zoals de kinderen hem ook gemaakt hebben.
Wat ik eventueel de volgende keer anders zou doen, is de informatie meer spelenderwijs aan te bieden. Dit vermindert ook het leeswerk voor de kinderen en dat geeft dan een vrijwillig gevoel: ik hoef het niet te lezen, het mag.
Ik had dan bijvoorbeeld kort de schilders uit kunnen leggen en daarna de kinderen de juiste kunstwerken bij de juiste schilder kunnen laten zoeken. Daaronder stond dan, voor degene die willen, nog extra informatie. Het is dan geen moet.
Daardoor gaan de kinderen wat soepeler door de stof. Ze vonden dit niet slecht, maar misschien was dat weer iets leuker geweest!